
Wijzigingswet Pensioen- en spaarfondsenwet, enz. (wijziging PSW in verband met toezicht, verbod op uitstelfinanciering en waardeoverdracht)
Artikel VIII
1
De artikelen 8, tweede, derde en vierde lid, en 1, eerste lid, onderdeel g, van de Pensioen en spaarfondsenwet en artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A en I, van deze wet, blijven van toepassing ten aanzien van pensioenfondsen die aan die bepalingen voordien toepassing gaven, en wel in de gevallen en gedurende de termijn die daarvoor al waren vastgesteld, doch in elk geval niet langer dan gedurende tien jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A en I, van deze wet en met dien verstande dat de financiering ingevolge die bepalingen ten minste in gelijke delen per kalenderjaar plaatsvindt.
2
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan toestaan dat, in afwijking van het eerste lid, een pensioenfonds gedurende een langere periode dan daar bedoeld, maar niet langer dan gedurende vijftien jaar, toepassing geeft aan de daar genoemde bepalingen, voor zover dat noodzakelijk is ter voorkoming van onaanvaardbare financiƫle gevolgen voor het betrokken pensioenfonds of de betrokken werkgever.
3
In afwijking van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht is voor beroepen tegen besluiten op grond van het tweede lid de rechtbank te Rotterdam bevoegd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.